Basis Italiaans

Voor wie naar Rome gaat, komt een woordje Italiaans altijd van pas. Een hele cursus Italiaans volgen is niet iets wat bij iedereen op het verlanglijstje zal staan. Bijna iedereen kan een woordje Engels en daar kun je je aardig mee redden, toch zul je merken dat voor veel Italianen de Engelse taal moeilijk is en zij deze niet goed beheersen.

Behalve het voorbereiden en inpakken van de gebruikelijke dingen, zoals hotelboeken, vliegtickets, enz, is je eigen een basis Italiaans aanleren zeker bruikbaar tijdens je reis naar Rome.

Hieronder zijn een paar van de belangrijkste en meest voorkomende basis Italiaanse woorden en zinnen, waarmee je ook zonder een hele cursus te volgen, redelijk kan redden.

Het eerste woord dat je tegenkomt en tegen een Italiaan zegt is hallo. Italianen zeggen ciao. Dit woord wordt niet alleen gebruikt om hallo te zeggen, maar ook als je tot ziens zegt. Een gesprek begint en eindigt dus met ciao. Ciao spreek je uit als tjauw

• Wil je alsjeblieft of dank je wel zeggen? De Italianen zeggen Per Favore en Grazie.
• Als je ja wil zeggen in het Italiaans, zeg je si, maar ben je het er niet mee eens en wil je nee zeggen? Zeg dan noh. Het werkt natuurlijk altijd goed als je hierbij knikt of je hoofd schudt.
• Wil je iemand begroeten met goedemorgen, zeg dan buongiorno, spreek uit als bwon jorno.
• Als je goedenavond wil zeggen, zeg je buonasera, spreek uit als bwona sayra.
• Het kan gebeuren dat je in een winkel bent en iets wil kopen. Als er dan geen prijs op staat is dat wel eens onhandig. Je kunt dan aan de verkoper quanto costa vragen. Dit betekend ‘hoeveel kost dit?’ en spreek je uit als kwanto kosta.
• Een zinnetje dat altijd handig is, non parlo Italiano, ik spreek geen Italiaans. Daarna zou je kunnen vragen Parla Inglese, spreek jij Engels?

Wil je meer Italiaanse zinnen of woorden. Kijk dan eens naar onze mini cursus Italiaans